Raad van State houdt zich op de vlakte in zaak Wittenberg

De Lutherse Diaconie, eigenaar van voormalig verpleeghuis De Wittenberg, heeft bij de Raad van State nul op het rekest gekregen. De diaconie had bij het Haagse rechtscollege bezwaar aangetekend tegen de weigering van de gemeente Amsterdam om in het gebouw short stay toe te staan. Veel consequenties heeft de uitspraak echter niet, want de bouwwerkzaamheden mogen gewoon doorgaan.

De zitting bij de Raad van State op 13 oktober was de zoveelste episode in een langdurige strijd tussen enerzijds de Diaconie en anderzijds de gemeente en buurtbewoners over de toekomst van De Wittenberg. De Diaconie wil het pand verbouwen tot 116 appartementen bestemd voor short stay. Volgens de gemeente is er voor dat doel in Amsterdam echter al ruim voldoende accommodatie. Zij weigert daarom de vergunning tot woningonttrekking af te geven die voor de plannen van de Diaconie nodig is.

Dit voorjaar maakte de Diaconie bij de Amsterdamse rechtbank bezwaar tegen deze weigering. Toen de rechtbank de gemeente in juni in het gelijk stelde, koos de Diaconie voor een dubbele route. Enerzijds ging men in hoger beroep, een bodemprocedure, waarvan de uitkomst pas op zijn vroegst komend voorjaar wordt verwacht. Tegelijkertijd vroeg de Diaconie aan de Raad van State om in de tussentijd te mogen handelen alsof de vergunning tot woningonttrekking wel is verleend.

In zijn op 21 oktober gepubliceerde uitspraak wijst de Raad van State dit verzoek af met als argument dat de zaak niet spoedeisend is. Zowel de gemeente Amsterdam als de bewoners hebben namelijk laten weten dat de verbouwing tot appartementen wat hen betreft kan doorgaan, zolang de bestemming van die appartementen maar niet vast ligt. Eerder had de diaconie al laten weten dat de appartementen bij een verbod op short stay zullen worden bestemd voor permanente bewoning.

Definitief uitsluitsel over de toekomstige bestemming van De Wittenberg krijgen de strijdende partijen dus pas bij de uitspraak in hoger beroep.