De gemeenteraad van Amsterdam heeft op 11 juni ingestemd met het besluit van het college om een gemeentelijk voorkeursrecht te vestigen op onroerende zaken op het nu in gebruik zijnde deel van het Marineterrein. De gemeente vindt deze stap nodig voor de realisatie en transformatie van het Marineterrein, met het oog op de functies wonen, werken en leren. De gemeente wil hiermee regie houden en zelf sturing kunnen geven aan de transformatie, en met dit voorkeursrecht verzekert ze zich van een eerste recht van koop op de gebouwen. Het voorkeursrecht voorkomt dat een derde partij, wellicht met heel andere plannen of prioriteiten, op het Marineterrein een sturende rol zou krijgen waarmee de gemeente de regie deels of grotendeels zou kunnen kwijtraken.
Beeld: Gemeente Amsterdam
Dat de gemeente deze stap nu neemt kan niet los gezien worden van de recente ontwikkelingen. Zoals eerder gemeld is de aanbestedingsprocedure voor het beheer van het Marineterrein zonder participatie van de gemeente door het rijk uitgevoerd. De belangen van de gemeente, en belangrijk daarbij de belangen van de bewoners en de huidige gebruikers, zouden zo minder prioriteit kunnen krijgen dan de (financiële) belangen van het rijk.
Het is nog steeds ongewis hoe het nou precies verder zal gaan met het Marineterrein Nog steeds is er officieel niets gezegd over door wie en met welke opdracht het terrein de komende 6 jaar beheerd zal worden. Noch het rijk, noch de gemeente, noch de huidige beheerder Bureau Marineterrein heeft tot nog toe concreet informatie naar buiten gebracht over de uitkomst van de aanbestedingsprocedure. Ook zegt niemand iets over hoe een en ander er in de nabije toekomst uit zal gaan zien.
Wel is te horen dat het Rijksvastgoedbedrijf in de aanbestedingsprocedure, op basis van zuiver financiële overwegingen, gekozen zou hebben voor één individu. Deze vrouw zou nu als zelfstandige gebiedsontwikkelingsprojecten uitvoeren in de buurt van Den Haag. Zij zou bij de beheerstaken van het Marineterrein straks gaan samenwerken met een ook uit één persoon bestaande investeringsmaatschappij.
OP 12 juni kwam de uitspraak in het kort geding waarmee de eis van het bureau Marineterrein tegen het Rijksvastgoedbedrijf met betrekking tot de gevoerde aanbestedingsprocedure werd afgewezen. Het bureau Marineterrein overweegt nu om de gang van zaken in een bodemprocedure ter toetsing aan de rechter voor te leggen.
De overdracht van de huidige beheerders naar de opvolger zou op 1 oktober moeten plaatsvinden - kort dag met de zomer in zicht. Omwonenden, samen optredend in de Werkgroep Ontwikkeling Marineterrein, maken zich ernstig zorgen of dit allemaal wel goed zal gaan. Zij zullen begin juli, samen met een vertegenwoordiger van de huidige gebruikers, inspreken bij de gemeenteraad om de situatie voor te leggen en hun zorgen kenbaar te maken.