Na ruim een jaar studie en overleg is een compromis bereikt over de monumentenstatus van de Langhouthallen (nu Werkspoorhallen genoemd, niet te verwarren met de Van Gendthallen): de zuidwestelijke hal, tevens de oudste (1929), blijft behouden en de de andere hal wordt gesloopt.
De Buurtwerkgroep Oostenburg-Noord was aanvankelijk voor sloop van beide hallen, mede uit angst dat het geluidsoverlastgevende gebruik zou worden voortgezet. Zij heeft zich in het najaar van 2014 door buurtgenoot Titus Dekker laten overtuigen van de monumentale waarde die onder de bekleding van metalen golfplaten schuil gaat en schreef op 14 oktober een brief aan het stadsdeel ter ondersteuning van de aanvraag van de monumentenstatus, onder de voorwaarde dat toekenning niet zou mogen leiden tot hoger bouwen aan de rest van de VOC-kade.
Stadgenoot had grote bezwaren tegen deze late aanvraag van de monumentenstatus, want dat betekende minder woningen en daarmee een verlies van € 12 miljoen. Er volgde een lange periode van onderzoek en overleg. Het onderzoek werd in opdracht van beide partijen uitgevoerd door de TU Delft en dat resulteerde in een fraai rapport, interessant vanwege het historisch verhaal en de vele illustraties. Het rapport bevat verschillende scenario's voor behoud tussen alles slopen en alles behouden, waaronder ook het scenario om één hal te laten staan, bij voorkeur de oudste.
Op 15 december 2015 heeft de Bestuurscommissie overlegd over het voorstel en daar was een ruime meerderheid vóór, zodat het formele besluit op 5 januari 2016 waarschijnlijk een formaliteit zal zijn. Lees hier alle stukken die de Bestuurscommissie kreeg voorgelegd (klik pijl naast agendapunt 4). Zie ook het dossier Oostenburg-Noord